Wat hebben we er soms moeite mee om te bidden! Zowel thuis samen met vrouw
en kinderen maar ook alleen! En dan in de kerk. Duurt soms zo lang. Of het
wordt zo dweperig en aanstellend. Of die ene keer dat plots een gemeentelid of
vriend (vriendin) naast je komt zitten en met jou wil bidden! Help!!!
Wat moet je dan allemaal doen om te bidden? Wat kan je of moet je zeggen
tegen God, Die Onzichtbare, Die Hogere? Of tegen Jezus (Jesjoea/ Yeshua)?
Blijkbaar is het geen vraag van deze tijd maar is het vaak voor menigeen
een probleem. Ook de Heer Jezus werd met dit probleem, deze hulpvraag
geconfronteerd. Misschien zelfs wel meerdere malen. In elk geval gaf hij zijn
volgelingen raad en zelfs een voorbeeld. Je kunt het lezen in Matteus 6: 9 – 15
en in Lucas 11: 1 – 13.
In de eerste verzen ligt de focus op God, onze Vader in de hemel. In de
laatste verzen betreft het ons leven. Je kunt Jezus’ levensvisie eruit halen.
Je ogen, je hart, gericht op God en daarna je ogen, je hart gericht op de mensen
om je heen, en daarbij jezelf niet vergetend! Het is als het belangrijkste
gebod uit Gods Woord, uit de Thora, uit wat Jezus ons tevens voorhoudt
aangaande het belangrijkste gebod. Deuteronomium 6:5 leert ons immers elke dag:
Daarom zult u de HEERE, uw God,
liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht. En in
Johannes 13:34 geeft Jezus daar een diepere betekenis aan: Ik geef jullie een
nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie
elkaar liefhebben. Je zou dit korte gebed van Jezus kunnen plaatsen in het
kader van de Thora uit Deut. 5 vanaf het eerste vers. Ook daar is het eerste
gedeelte gefocust op God de Heer (van aangezicht tot aangezicht, zoals vrienden
elkaar zien, zoals ouders en kinderen elkaar zien) om daarna instructies te
geven over hoe wij mensen elkaar moeten liefhebben.
Ook de Naam van de Heer heiligen staat in dat gedeelte feitelijk
weergegeven. Ook in de eindtijd wordt dit met name genoemd en is dit een zeer
belangrijk gegeven voor de gelovigen! Openbaring 4:8 En de vier dieren hadden elk voor zich zes
vleugels rondom, en van binnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en
zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die
was, Die is, en Die komt!
Ook over het brood, het dagelijks eten is er een verwijzing naar de Thora
wanneer Gods volk Israël in de woestijn honger heeft en er geen voedsel is te
verkrijgen, zorgt God daar voor. In Exodus 16 vanaf vers 1 lees je daar over
meer. Het volk ‘klaagt’ wat je mag vertalen als smeken, bidden. De Heer
verhoorde hun gebed en gaf hen elke dag zoveel eten als ze nodig hadden!
Geweldig toch?! Maar het heeft ook weer raakvlak met het houden van de Thora
(zie verzen 4 en 28)!
Het vergeven van elkaar is een gevoelig punt in de hele mensengeschiedenis.
Toch worden we er al vroeg in Gods Woord de Bijbel mee geconfronteerd. De
geschiedenis van Jozef en zijn broers geeft er iets van weer: “Vergeef je broers hun schandelijke misdaad,
Jozef. Ze hebben je in de ellende gestort, maar wees nu zo goed om de dienaren
van de God van je vader die misdaad te vergeven.” (Gen. 50:17). Later komt dat
terug. Exodus 34:7 die duizenden
geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar
niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en
kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’ Numeri
14:18 “De HEER is geduldig en trouw,
schuld en misdaad vergeeft hij, al laat hij niet alles ongestraft en al laat
hij voor de schuld van de ouders de kinderen boeten, en ook het derde geslacht
en het vierde.”
Paulus nam Jezus’ gebedsvoorbeeld ter harte: Efeziërs 4:32 Wees goed voor elkaar en vol medeleven;
vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft.
Colossenzen 3:13 Verdraag elkaar en
vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u
vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.
In ons hele leven, elke dag opnieuw, worden we op de proef gesteld. We
worden door de tegenstander van God (Satan) verleid, aangevallen, bevraagd,
achtervolgd, soms zoals het verhaal van Job, met medeweten van de Here God! We
worden voor vervelende keuzes gesteld! Voor moeilijke besluiten. Maar die
keuzes en besluiten maakt de Heer niet voor ons. Dat moeten we zelf doen. Het
is zoals Jozua dat zo doeltreffend zei toe hij het beloofde land introk met het
Godsvolk Israël: Jozua 24:15 Wanneer u
daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw
voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu
het land bewoont. In ieder geval zullen ik en mijn familie de HEER dienen.’ En
ook al eerder staat dit opgeschreven: Deuteronomium 7:4 Want zij zouden uw kinderen ertoe verleiden
de HEER ontrouw te worden en andere goden te dienen. Daarmee zou u zijn toorn
over u afroepen en dat zou u meteen met de dood moeten bekopen. Dus de vraag is
steeds voor jou: wie wil je dienen, God of Satan? Wie dien jij eigenlijk? Wie
geef je eer, wie is de belangrijkste voor jou?
Verlos ons van de boze. Dat verlossingswerk heeft de Heer al voor je
gedaan! Maar helaas tuinen we er elke dag opnieuw in en nemen besluiten, maken
keuzes waar we later heel veel verdriet en spijt van krijgen. Vaak niet te
herstellen leed tot gevolg.
Nog enkele tips geeft de Heer Jezus ons nog:
-
Geen lange zinnen of verhalen
-
Bid liefst in je kamer
-
Bid niet om op te vallen
-
Blijf doorgaan, dring aan bij God, jouw Heer en Vader
-
Als jij anderen niet kan vergeven, kan jouw Vader je evenmin vergeven
-
Durf te bidden om de Heilige Geest; Hij zal je Trooster zijn en je Helper
en Hij zal jouw gaven en talenten stimuleren voor de gemeenschap met anderen.
Onze Vader,
Die in de hemelen zijt.
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Koninkrijk kome.
Uw wil geschiede,
zoals in de hemel zo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
(Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.)
Amen.